Als zuinige Nederlander probeert u natuurlijk regelmatig te sparen en hoe moeilijk ook, te profiteren van de rente die u over uw spaargeld ontvangt. Wanneer het spaargeld dat u op uw spaarrekening heeft staan boven een bepaald bedrag komt dient u over het spaargeld belasting te betalen. De belasting over uw spaargeld wordt ook wel ‘belasting bezittingen in box 3’ of ‘vermogensrendementsheffing’ genoemd. Om van het optimale rendement over uw spaargeld te kunnen profiteren wilt u natuurlijk weten hoeveel u belastingvrij mag sparen.
Hoeveel mag ik in 2017 belastingvrij sparen?
De Belastingdienst bepaald jaarlijks welk bedrag u belastingvrij mag sparen. Dit bedrag is ook bekend als het heffingsvrij vermogen. In 2017 wordt het heffingsvrij vermogen aangepast tot 25.000 euro zonder fiscale partner en 50.000 euro met fiscale partner. In 2016 mag u zonder fiscale partner 24.437 euro en met fiscale partner 48.874 euro belastingvrij sparen. Samengevat: woont u samen, bent u getrouwd en heeft u een fiscaal partner dan mag u in 2016 samen 48.874 euro en in 2017 50.000 euro belastingvrij sparen.
Schenkingen en giften zijn van invloed op belastingvrij sparen
Wanneer u in 2017 meer dan 25.000 euro (of in het geval van een fiscaal partner meer dan 50.000 euro) op een spaarrekening heeft staan betekent dit niet per definitie dat u belasting over uw spaargeld moet betalen. Wanneer u meer dan 3.000 euro aan schulden heeft (of in het geval van een fiscaal partner meer dan 6.000 euro) mag u het deel van uw schulden boven dit bedrag in mindering brengen op uw spaargeld. Daarnaast is er de mogelijkheid om uw spaargeld op een fiscaal aantrekkelijke manier te verkleinen. U mag uw kinderen per kalenderjaar maximaal 5.304 euro per kind belastingvrij schenken. Daarnaast kunt u onder bepaalde voorwaarden goede doelen belastingvrij een gift doen. De gift aan het goede doel dient minimaal 60 euro te zijn en meer dan 1% van het gezinsinkomen te zijn. U mag per kalenderjaar niet meer dan 10% van uw gezinsinkomen als belastingvrije gift aan goede doelen te geven.
Hoeveel belasting moet ik over mijn spaargeld betalen?
Of u belasting over uw spaargeld moet betalen is afhankelijk van de hoogte van uw eigen vermogen. De Belastingdienst hanteert een peildatum om de hoogte van uw eigen vermogen te bepalen. De peildatum is voor elk kalenderjaar steeds 1 januari. De hoogte van uw eigen vermogen wordt bepaald door uw bezittingen die deel uitmaken van box 3 van het belastingstelsel (spaargeld, beleggingen en een tweede woning). Op uw eigen vermogen mag u schulden groter dan 3.000 euro in mindering brengen. Tot en met 2016 gaat de Belastingdienst er vanuit dat u op uw eigen vermogen een rendement van 4% per jaar weet te realiseren. Over dit rendement moet u 30% belasting betalen. Dit komt neer op 1,2% belasting (vermogensrendementsheffing) over uw eigen vermogen. Vanaf 2017 gaat de Belastingdienst er vanuit dat u meer rendement uit uw spaargeld haalt naarmate u meer spaargeld heeft. Er zijn vanaf 2017 drie schijven van toepassing om het rendement over uw vermogen te berekenen, over dit rendement betaalt u dan 30% vermogensrendementsheffing.
Schijf | Grondslag sparen & beleggen | Deel 1,63% | Deel 5,5% |
---|---|---|---|
1 | Tot en met €75.000 | 67% | 33% |
2 | Van €75.001 tot en met €975.000 | 21% | 79% |
3 | Vanaf €975.001 | 0% | 100% |
Bron: Belastingdienst.nl, 24 november 2016.
Hoe reken ik uit hoeveel belasting ik over mijn spaargeld moet betalen?
Belastingvrij sparen 2016
Stel dat u op 1 januari 2016 30.000 euro aan spaargeld op uw spaarrekening heeft staan. U heeft geen fiscale partner en geen beleggingen of tweede woning. Uw eigen vermogen bedraagt dan op 1 januari 2016 30.000 euro. Hier mag u het maximaal belastingvrij spaarbedrag van 24.437 euro op in mindering brengen. U houdt dan 5.563 euro (30.000 – 24.437 euro) over. De Belastingdienst gaat er vanuit dat u op het spaargeld van 5.563 een rendement realiseert van 222,52 euro (4%). Over het rendement van 222,52 euro moet u 30%, dus 66,76 euro aan belasting betalen.
Belastingvrij sparen 2017
Stel dat u op 1 januari 2017 30.000 euro aan spaargeld op uw spaarrekening heeft staan. U heeft geen fiscale partner en geen beleggingen of tweede woning. Uw eigen vermogen bedraagt dan op 1 januari 2017 30.000 euro. Hier mag u het maximaal belastingvrij spaarbedrag van 25.000 euro op in mindering brengen. U houdt dan 5.000 euro (30.000 – 25.000 euro) over. De Belastingdienst gaat er vanuit dat u over 67% (3.350 euro) van het spaargeld van 5.000 euro een rendement realiseert van 1,63% (54,61 euro) en over 33% (1.650 euro) een rendement van 5,5% (90,75 euro). In totaal komt dit uit op een rendement van 54,61 + 90,75 = 145,36 euro. Over het rendement van 145,36 euro moet u 30% (43,61 euro) aan belasting betalen.
Zoals u gaat het er in 2017 niet makkelijker op worden om uit te rekenen hoeveel belasting u over uw spaargeld moet betalen. Naast de complexiteit van de berekening neemt in 2017 ook het bedrag dat u belastingvrij mag sparen toe. Dit werkt uiteindelijk in uw voordeel: in 2016 dient u 66,67 euro aan belasting te betalen wanneer u 30.000 euro aan spaargeld bezit. In 2017 hoeft u wanneer u hetzelfde bedrag aan spaargeld bezit slechts 43,61 euro aan belasting te betalen.
Let op: De bedragen en percentages die op het jaar 2017 betrekking hebben zijn voorlopig en moeten door de Belastingdienst nog definitief vastgesteld worden.